‘Wie karig zaait, zal ook karig oogsten; en wie zegenrijk zaait, zal ook zegenrijk oogsten.’ – Bijbel, Korintiërs 9:6
Zie jij de verbanden? Zie jij het verband tussen iemands houding en zijn doen, tussen zijn denken en zijn woorden? Tussen de manier waarop een bedrijf zaait en wat de oogst daarvan is? Aan de vrucht herken je de boom. Observeer, neem waar, zie wat de verbanden zijn. Zie de causaliteit tussen iemands mindset en zijn gedrag.
Als leider is het effectief om de verbanden te begrijpen binnen de omgeving waarop je invloed hebt. Laten we specifieker ingaan op de causale verbanden die er zijn tussen:
- omgeving en denkwijze;
- denkwijze en overtuiging;
- overtuiging en instelling;
- instelling en actie;
- actie en resultaat.
Omgeving en denkwijze
Niets heeft zoveel invloed op je denkwijze als je omgeving. Je bent geboren in een gezin dat volgens een bepaalde norm leeft. Je komt in een familie die al jaren dingen op een eigen, aangeleerde manier doet. In de ogen van je gezins- en familieleden is dat effectief: zij hebben er iets mee bereikt. Daarom geven ze jou dezelfde denkwijze mee. Niet meer, niet minder. Dat is namelijk hun standaard geworden en daar zijn ze aan gewend geraakt. Of het nu wel of juist geen gelukkige of succesvolle familie is, ze geven jou mee wat ze zelf hebben aangeleerd.
Zo adopteer je dus dezelfde denkwijze als je omgeving. Uiteraard dragen ook andere (externe) factoren bij aan jouw denkwijze, zoals school, vrienden en media. Meningen, oordelen, normen, waarden, optimisme en pessimisme zijn allemaal aangeleerd.
We kunnen stellen dat je een voorrecht hebt als je in een daadkrachtige omgeving bent begonnen – als je succesvolle ouders hebt die jou hun denkwijze hebben aangeleerd. Maar voor veel mensen is dit niet het geval. Je zult dus moeten afrekenen met de oude denkwijze, het aangeleerde denken, om andere inzichten te krijgen.
Denkwijze en overtuiging
De causaliteit van een beperkende denkwijze en beperkende overtuigingen is interessant. Als je altijd denkt in onmogelijkheden, wordt dat vanzelf een overtuiging. Als je waarde hecht aan de continue stroom van verhalen die je jezelf vertelt, creëer je per definitie onbewust beperkende overtuigingen.
Verkopen is een fijn voorbeeld om dit te onderbouwen. Stel, je zit met je gezin aan tafel. Heerlijk eten, een gezellige sfeer, eindelijk na al die weken drukte even ontspannen met elkaar. Je telefoon gaat. Het is een onbekend nummer, maar wellicht is het belangrijk. Toch even opnemen. Ja hoor, je hebt een verkoper aan de lijn. Wat gaat er nu door je heen? Welke verhalen vertel jij jezelf als je in deze situatie zou zijn?
De verkoper is goed getraind. Hij neemt geen genoegen met ‘Nee, het komt nu niet uit’. Hij is uiterst serieus: zijn aanbod is ‘winst’ voor jou. Je probeert twee keer uit te leggen dat het nu niet schikt, maar hij stelt je de confronterende vraag of een potentiële winst voor de toekomst niet slechts 5 minuten van je tijd waard is. Je besluit om toch maar even te luisteren en voor je het weet ben je 20 minuten verder. Je eten is koud, je gezinsmomentje is weg. Je hebt die vent nog steeds aan de lijn. Waarom nam je de telefoon op?
Lekker in gesprek met jezelf
Exact hier zetten we dit scenario stil. Of de persoon uit het voorbeeld nu wel of niet koopt, hij heeft aan dit gesprek gedachtes, gevoelens en emoties gekoppeld. Die worden in zijn brein verbonden met ‘verkopen’. In zijn hoofd ontstaan allerlei zelfconversaties. Laten we zeggen: hij heeft het gevoel dat zijn grenzen ver overschreden zijn, dat zijn fijne gezinsmoment voorbij is, en dat hij dit niet als prettig ervaart. Hij is gefrustreerd. Zijn brein associeert dat met ‘verkopen’.
Als hij al zijn interne conversaties voor waarheid aanneemt, is er een grote kans dat ze altijd weer op de voorgrond treden zodra hij zelf moet verkopen. Denk je dat hij een succesvolle verkoper zou zijn?
Het probleem is dat we de nare ervaring koppelen aan het verkopen. Maar dat is niet feitelijk. Het nare verhaal hebben we te danken aan ons eigen niveau van leiderschap. De man uit het voorbeeld had gewoon het gesprek kunnen afsluiten met een zin als: ‘Zoals ik al zei: het komt nu niet uit. Ik verbreek de verbinding.’ Of hij had voor die tijd al kunnen besluiten zijn telefoon niet op te nemen, omdat hij het diner met zijn gezin belangrijker vindt.
Keuzes > leiderschap > geen interne conversaties > niets aan de hand.
Geen keuzes > geen leiderschap > vervelende ervaring > interne conversaties > beperkende overtuiging.
Overtuiging en instelling
Ik heb het vorige voorbeeld gebruikt omdat ik de afgelopen jaren heb gezien dat succesvol verkopen voor veel ondernemers een uitdaging is, mede dankzij hun beperkende overtuigingen.
Vanuit een ervaring worden alle interne conversaties geactiveerd en zo ontstaat een vicieuze cirkel. Je bent niet meer in staat om zonder je eigen overtuiging te zijn en te handelen. Daarmee bedoel ik dat je jezelf hebt wijsgemaakt dat je bent en vindt wat je overtuigingen zijn.
Of de overtuigingen nu negatief of positief zijn, ze hebben altijd weerslag op je instelling. Ze bepalen je houding tegenover het onderwerp. Laten we dit visueel maken aan de hand van wat overtuigingen.
Overtuigingen omtrent verkopen:
‘Ik heb een hekel aan verkopen, ik krijg er de kriebels van.’
‘Ik heb een hekel aan verkopers, ze zijn zo opdringerig.’
‘Verkopen is leuk. Ik vind het geweldig om de klant te helpen om de beste keuze te maken.’
‘Ik geniet ervan als ik mensen kan adviseren, zodat hun leven beter wordt: een win-winsituatie creëren.’
Overtuigingen op andere gebieden die je wellicht herkent:
Verslaving:
‘In onze familie zijn we allemaal heel gevoelig voor verslavingen, dat zit er gewoon in.’
‘Ik ben niet verslavingsgevoelig, ik heb dat nooit gehad.’
Relaties:
‘Ik ben moeilijk in sociale omgang, vriendschappen zijn niet echt mijn ding.’
‘Ik vind het heerlijk om me met mensen te omringen, ik krijg er energie van.’
Emoties:
‘Emoties tonen is zwakte, mannen die emoties tonen zijn zwak.’
‘Af en toe lekker huilen vind ik fijn, het geeft me rust in mijn hoofd.’
Overgewicht:
‘In onze familie hebben we allemaal aanleg om dik te worden, ik kan er niets aan doen.’
‘Ik heb echt alles al geprobeerd, het lukt me nooit om af te vallen.’
‘Het maakt me niet uit dat ik dik ben, ik ben blij met mezelf zoals ik ben.’
‘Iedereen in mijn familie is dik, maar als ik er alles aan doe, kan ik afvallen.’
Geld en succes:
‘Ik heb een gat in mijn hand, net als de rest van ons gezin, ik kan niet met geld overweg.’
‘Als je goed kijkt naar succesvolle mensen, zie je dat ze niet echt gelukkig zijn.’
‘Geld maakt niet gelukkig, ik hoef niet rijk te zijn.’
‘Geld moet voor mij werken, niet andersom.’
‘Iedereen in onze familie heeft gouden handen, dus geld komt waarschijnlijk ook mijn kant op.’
‘Alle rijke mensen zijn verwaand.’
Persoonlijke groei:
‘Ik kan me slecht concentreren, ik ben snel afgeleid.’
‘Als ik mezelf ontwikkel als persoon, verlies ik mijn vrienden.’
‘Ik wil altijd blijven groeien als persoon, daar krijg ik voldoening van.’
‘Overal waar ik kom kan ik leren, van mensen en van situaties.’
Zomaar een aantal overtuigingen die ik in de afgelopen jaren voorbij heb zien komen. Wat denk je dat de vrucht is van deze overtuigingen? Herken je je eigen overtuigingen erin?
De mentaliteit die ontstaat door je overtuigingen zorgt ervoor dat je niet in staat bent om te veranderen. Het is moeilijk om ander gedrag te vertonen als je waarde blijft hechten aan je overtuigingen omdat je instelling onveranderd blijft.
Blijf je waarde hechten aan de verhalen en excuses rondom de verslavingsproblematiek in je familie? Dan zal er niets veranderen.
Ben je ervan overtuigd dat jij en je familie een gat in je hand hebben? Dan zal alles in jou ervoor zorgen dat je je centjes over de balk blijft smijten.
Kun je volgens je overtuiging niet afvallen? Dan is je mentaliteit die van iemand met overgewicht. Dan blijf je ook iemand met overgewicht. Je houdt jezelf in stand.
Ben je ervan overtuigd dat je geld aantrekt? Dan zal je mentaliteit ook zo zijn, en zul je makkelijker geld aantrekken dan iemand die met zijn houding geld afstoot.
Het is geen hogere wiskunde. Het zijn de causale verbanden. Ik zie het als natuurwetten.
Instelling en actie
Vanuit je overtuiging vorm je een instelling. Je wordt als persoon gevormd door je overtuigingen. Je moet je beperkende overtuigingen herzien om je instelling op al die gebieden te veranderen.
Als je ervan overtuigd bent dat je succesvol zult zijn, en je instelling is daadkrachtig, dan ga je er alles aan doen om succes te creëren. Er is geen ruimte voor slachtofferschap, excuses of interne conversaties. Gewoon dóén wat nodig is om succesvol te worden. Je acties gaan zich vormen naar je instelling.
Door een krachtige houding ben je in staat om te creëren. Als je houding te zielig voor woorden is, zal je actie daar ook naar zijn. Je neemt dan geen verantwoordelijkheid, je wijst naar anderen. Wederom geen hogere wiskunde.
De mentaliteit van een topsporter die kampioen is geworden, is krachtiger dan die van een topsporter die tweede is geworden. De acties zijn namelijk verbonden met de mentaliteit; die van een kampioen is ‘altijd alles geven’. ALLES GEVEN is de nodige actie nemen, niet minder geven dan dat, ondanks alles. Daarmee word je kampioen.
Actie en resultaat
Een krachtige mentaliteit zorgt voor krachtige actie; een zwakke voor weinig actie. Actie zorgt altijd voor resultaat. Niets is zo nuttig als actie nemen.
Geen excuses, wees niet te bescheiden
De hoeveelheid resultaat die je bereikt op welk gebied dan ook in je leven is te danken aan je actie. De omvang van je actie is te herleiden naar je instelling, die voortkomt uit je overtuigingen. Die zijn het gevolg van de denkwijze die je je eigen hebt gemaakt in je omgeving.
Nu je begrijpt hoe dit werkt, kun je beginnen met het veranderen van je denkwijze. Ga open-minded en zonder angst gewoon dóén wat je móét doen. Twijfel niet aan jezelf. Negeer alle overtuigingen en gedachtes die niet bijdragen aan je doel. Vaak ben je daar te bang voor, maar doe het gewoon.
Krachtige leiders creëren een krachtige omgeving om zich heen. Ze vernieuwen keer op keer hun denkwijze en vermijden beperkende overtuigingen. Ze kiezen voor een krachtige instelling en nemen de actie die nodig is om tot het gewenste resultaat te komen binnen de gestelde deadline. Dit doen ze omdat ze weten dat dit alles verband houdt met elkaar.